Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De aarde wordt [44]gegeven [45]in de hand des goddelozen; [46]Hij overdekt het aangezicht harer rechteren; zo niet, [47]wie is Hij [48]dan? 44. Te weten, door Gods regering. 45. Dat is, in het geweld des bozen, daar het den mens dunkt dat de vromen veel meer behoorden de overhand en het opperste gebied te hebben in de wereld. 46. Versta, dat God de ogen des verstands van de regeerders der wereld verblindt, dat zij niet kunnen onderscheiden het goede van het kwade, om de boosheden te straffen en de deugden te vereren. 47. Te weten, die het doet. Anders, waar [en] wie is Hij? Hoe nu God gezegd wordt het kwade te doen, zie Gen.45:5, en 1 Kon.12:15. 48. Hebreeuws, Efo. Zie Hos.13:10.